008

Perfect! Gisteren werd nr.008 teruggebracht. Na bijna 25 jaar weer terug in de shop hier. De aanleiding was minder en begon met een telefoontje: ‘Hoi Peter, met …. Long time no see. Je weet dat ik je altijd gezegd heb: deze bas doe ik nooit weg.’ Die mantra herinner ik me inderdaad nog als de dag van gisteren.

Het was de periode 1998-2005 toen de bas nog regelmatig door mij werd geservicet. Er is in die tijd heel veel op gespeeld. De band van dienst stond op doorbreken en er werd naar hartenlust getourd en opgetreden waar dat maar even werd gevraagd. Ik herinner mij een bas die speelde als boter en klonk als een kanon, gemodelleerd naar het succesnummer van ome Leo en voorzien van een extra J-element. Om gezondheidsredenen is er de laatste jaren helaas niet meer op gespeeld. Na lang wikken en wegen de reden voor verkoop.

Na het openen van de inmiddels behoorlijk aftandse koffer zag ik een bas die me van verbazing even terug deed deinzen. En dan wel positieve verbazing. Hoewel dof van alle gebruik en grauw van het stof, keek mij een diepzwarte PJ aan, met een hals uit één stuk birdseye esdoorn, voorzien van een prachtige palissander toets omsloten door een witte binding. Bas 008 had inmiddels een aantal jaren in de koffer gelegen en alleen de G-snaar was iets in stemming gezakt. Uit de halfdode DR-snaren kwam een pracht van een bassound toen ik ze een voor een aantikte. Die mag wel even blijven, ging het door me heen.

De bovengenoemde verbazing was te wijten aan mijn eigen herinnering. Die was een eigen leven gaan leiden, iets wat je vaker ziet bij herinneringen. In die herinnering was de bas niet zo goed gelukt qua afwerking. Hoewel ik er vreselijk mijn best op had gedaan was het resultaat in mijn ogen verre van perfect. Ik weet dat ik mij daar toentertijd best druk over maakte.

De werkelijkheid is echter heel anders. Na de bas 18 jaar niet gezien te hebben zie ik een prachtig instrument dat alles uitstraalt wat ik er destijds ingestopt heb. Toewijding, liefde, passie en good old handwerk. Alles in optimale harmonie. Gewoon een mooie bas. Ik heb gezocht wat er dan was destijds, zonder resultaat. Ja, menselijkheid. En dát zet je weer eens aan het denken. Blijkbaar als je er bovenop zit als maker zie je zoveel – te veel – dat dat een soort van eigen leven gaat leiden. Het neemt soms op bizarre wijze de overhand en kan zó met je op de loop gaan dat het je beoordelingsvermogen (negatief) beïnvloedt. De tijd – of eigenlijk het verstrijken ervan – laat je zien wat het wérkelijk is. Enige afstand doet blijkbaar wonderen. In de menselijkheid van de imperfectie zit denk ik de sleutel van het contact dat we onderling maken. Ik via het instrument met zijn bespeler en die uiteindelijk met zijn publiek. Iedereen blij.

In alle kunstvormen gaat het om verbinding, connectie maken. Van mens tot mens communiceren. Dat is een oerbehoefte, daar zit levenskracht en geluk. Of je nou instrumenten bouwt of de muziek maakt die ermee gespeeld wordt, op het moment dat dat sprankje menselijkheid er niet is, is er geen ziel. En zonder ziel gebeurt er niks. Bij een handgebouwd instrument zit de bezieling juist in het handwerk, waarin kleine sporen van de mens die dat uitvoerde, terug te vinden zullen zijn. In de muziek zelf zit het hem ook in het handwerk, het menselijke.

Perfectie is een mooi streven en je moet altijd de drang hebben dat te bereiken. Het mag je echter nooit frustreren dat je dat niet lukt, want stiekem is dat nou net de bedoeling. Door het streven naar perfectie doe je echter wel altijd je uiterste best. Voor mij wel de reden om alles zoveel mogelijk met de hand te maken. Soort van optimale controle. Zoals ik het ten tijde van 008 ook al deed. Het geeft mij rust. Daarnaast dwingt het me altijd goed na te denken over de stukken hout waar ik al die uren en toewijding in zal gaan steken. Perfect voor mij! •

Oorspronkelijk gepubliceerd in: de Bassist #65 (juli – september 2023).
https://www.debassist.nl/