Manja!

Vóór mij lag ineens de zwarte 1978 Fender Precision Bass die ooit toebehoorde aan één van mijn helden: Herman Deinum. Bij veel van mijn generatiegenoten bekend van de band Sweet d’Buster (1975-1981). Ben je te jong en heb je er nooit van gehoord? Laat je verrassen en check het op YouTube! De bas die voor mij ligt was samen met de eveneens zwarte 1964’er Hermans vaste stage- en studiobas vanaf 1979. Opdracht aan mij: nakijken, nieuwe snaren en afstellen. Appeltje-eitje: een waanzinnig goede en stabiele bas met een zeer prettige gewichtsverdeling. Maple hals met een rosewood veneer-toets, lekkere dikke frets en een essen body. En jee, je hoort gelijk Herman Deinum…

Om wat meer over deze bas te weten te komen heb ik Herman gemaild en een week later reed ik – met bas – naar Nijverdal om bij hem thuis onder het genot van een hapje en een drankje bij te praten. Onder andere over deze bas. De laatste keer dat we elkaar zagen was alweer drie jaar geleden. De man is een wandelende encyclopedie over feiten, techniek, spel en invloeden, alles doorspekt met prachtige anekdotes en veel humor. Wellicht later meer hierover, nu eerst een column over een illustere Fender P uit 1978.

Geschiedenis van de bas
Herman kocht deze bas in 1979 van een goede bekende en fan van Hermans spel en sound die, om dit te evenaren, dezelfde spullen aanschafte als zijn grote voorbeeld. Naast een zwarte Precision werd dus ook een Marshall 100 Lead gitaarversterker gekocht compleet met twee 4×12-kasten, uitgerust met Celestion G12 speakers. Kat in het bakkie. De lol was er echter gauw af toen de beste man bemerkte dat hij Herman niet was en dus ondanks deze spullen nooit als Herman zou klinken. Handdoek in de ring en voor Herman een prachtige tweede zwarte P.

Deze bas is op diverse tracks van de latere Sweet d’Buster-albums te horen waaronder Gigs en vanaf 1996 tot Hermans pensionering in 2011 heeft de bas Herman tijdens zijn tweede Cuby + Blizzards-periode als no. 1 bas vergezeld. De ’64’er bas was al iets eerder met pensioen dan de master himself.

Persoonlijke details
Het eerste wat opvalt aan de 78’er zijn de verchroomde kappen over de pickup en de brug. Iets wat Herman altijd mooi heeft gevonden – de rest van de wereld sloopt ze eraf. Daarnaast zijn er een aantal items die hij heeft toegevoegd om de bas “eigen” te maken. Zo is er een draagbandknopje op de achterkant van de kop aangebracht. Niet dat Herman deze ooit heeft gebruikt, maar ‘het voelt gewoon fijn, mijn eerste bas (een 1962’er Fender Precision Bass) had dat ook’. Hetzelfde geldt voor een op de body aangebrachte duimsteun onder de G-snaar: ‘Hoort daar gewoon.’ Nooit aangeraakt door Herman. Altijd plectrum, hand steunend op de brugkap.

Het plaatje wordt compleet met een zwarte slagplaat, opgesierd met de naam van zijn lief, Hennie (hoe mooi). Op de bovenste hoorn prijkt een broche die aan Hermans moeder toebehoorde, de vrouw die hem ooit vier van haar pianosnaren gunde waarmee Deinum op jonge leeftijd de wereld liet horen hoe een bas ook kan klinken (nog mooier).

Praktische aanpassingen
Twee praktische veranderingen die Herman aanbracht zijn een oud model brug (die met het schroefdraad, ‘kan je zelf exact je stringspacing bepalen’) en een messing topkam. Onderhoud? ‘Altijd zelf gedaan.’ Voor de grote dingen was er Dick Dijkman, bij hem om de hoek. ‘Verder op tijd de toets schoonmaken, de frets polijsten en altijd een vers setje Rotosounds erop!’

Er rest mij nu dan ook maar niets anders te doen. •

Oorspronkelijk gepubliceerd in: de Bassist.
https://www.debassist.nl/