NEP

‘Zonder verbeelding is er niets.’ Een uitspraak van Henk Visser, beeldend kunstenaar en een van mijn grote inspirators. Een te vroeg verloren vriend. Een uitspraak die tot nadenken stemt en waar je iedere keer dat je dat doet – nadenken – niet omheen kunt.

Eigenlijk draait alles om de verbeelding, de illusie. Dát is waar dingen leuk beginnen te worden en dat kunnen we maar beter koesteren. Gewoon omdat de waarheid, wat dat ook moge zijn, zo genadeloos hard is. Sinds we het meten van alles hebben ontdekt, sijpelt de ontnuchtering langzaam door het fundament van illusies waarop wij onze eigen werkelijkheden hebben gebouwd. En daar worden we niet beter van. Je dure vintage bas met alle denkbare emotionele waarde kan zomaar gereduceerd worden tot een plank met snaren. Tientjeswerk qua waarde als we de materialen bij een bouwmarkt kopen. En je muziek tot kabaal – wat overigens een hele leuke band is.

Deze gedachtesprong werd getriggerd door een relic-klus die ik aan het doen ben. Relic: zo’n nieuwe bas die je “oud” maakt. Belachelijk, welbeschouwd, en toch vinden we het mooi. Net als een jeans met prefab slijtplekken en scheuren. Het leven alvast toevoegen. Waarschijnlijk omdat we er zelf niet meer aan toe komen om het leven er in te blazen. Omdat alles zo verdomd vluchtig is geworden, dat we constant alweer op zoek zijn naar het volgende. Een vreemde ontwikkeling van de laatste decennia, die iets met algoritmes van doen heeft. Dit in schril contrast tot hoe het altijd is geweest: als je iets wilde werd daarvoor gespaard en er volgde een weloverwogen aankoop die vanaf dat moment tegen de tand des tijds in gekoesterd werd. Ergens zijn we de illusie kwijtgeraakt en nu proberen we die krampachtig weer toe te voegen aan het leven. Maar dan aan de verkeerde kant. Geen vooruitgang eigenlijk.

Toch moet ik in mijn werk ook af en toe wat rafelrandjes toevoegen. In bovengenoemd geval betreft het terugbrengen van de originele kleur op een oude Fender Precision Bass. Altijd een moeilijk onderwerp. Wel doen of juist niet? Het wordt gauw te “nieuw” en al de mojo vervliegt waar je bij staat. Niets zo verwarrend als een nieuw ogende body met oude hardware en een doorleefde hals. Dus hier moet met zorg gewerkt worden. Niet te hard oppoetsen is al één ding, want glans = nieuw. Kleine, oude beschadigingen zijn een mooie guide om het leven er weer in te blazen.

Deze zijn in de voorbewerking dan ook niet weggeplamuurd of -geschuurd. Na het spuiten worden alle butsjes en beschadigingen met uiterste precisie weer opengemaakt en de randjes enigszins glad geschuurd, maar niet té. Vaak zijn die beschadigingen ontstaan door impact, botsinkjes met de omgeving, en dan knapt zo’n stukje er als het ware uit. Andere verouderingsverschijnselen zijn slijtplekken. Zoals de armsteun-plek. Die zijn juist wel een soort van door de tijd gepolijst. Dat kan met heel fijn (waterproof) schuurpapier nagebootst worden en geeft een zeer geloofwaardig resultaat. Eenmaal klaar is het niet de bedoeling dat de boel weer geseald wordt met een blanke laklaag, zoals onder meer bij de befaamde Roadworn-serie het geval is. Dat ziet er gelijk weer nep uit. En omdat het dat ook eigenlijk is doen we dat dus niet, zodat het er weer écht uitziet. Net echt. •

Oorspronkelijk gepubliceerd in: de Bassist.
https://www.debassist.nl/